Heel laat op de namiddag liep hij op de straat. Sommigen beschuldigden mij dat, integendeel: de straat onder hem belopen werd. Maar deze beschuldigingen heb ik onverbiddelijk van de hand gewezen. Desalniettemin: staartvorming is toegestaan bij honden, maar bij volautomatische vaatwasmachines dient men enige reservaties in acht te nemen. Omdat terwijl het regende en de zon toch ook al niet scheen hij daarom wel trek had in een soepje. Ossen! Was het dan toch nog ergens goed voor. Een bordje kale kikkerbilletjes had hij trouwens ook al een poosje niet voorbij zien komen. Maar terwijl hij seconde voor seconde vooruitging in de tijd, stond ook meneer lantarenpaal niet stil. """, sprak hij, """"""". Toch viel de roodheid van de schoorsteen tegen, vergeleken met de theorie van het uitsterven van de hyperhoppers. "Wel wel", "well well", klonk het. Ja, hij was maar wat blij dat die de badkamer groen geverfd had, anders was die cake nooit gaar geworden. De lottoballetjes zaten de laatste tijd ook al niet zo mee, als het morgen nu maar eens eindelijk donderdag werd dan zou hij het misschien nog kunnen begrijpen. Waarom had hij daar nu niet eerder bij stilgestaan en zijn voeten zonken in zijn schoenen. "Dat doet de deur dicht", dacht moeder. Vooropgesteld dat er een ordening bestaat natuurlijk. Want weldra klinken de geluiden uit volle borst, tenzij er natuurlijk geen letters voorhandig zijn. Zulks gebeuren is maar al te ongewoon; maar ho! Wie tuutte daar? Dat was de fiets van de varkensmetselaar! "Zou er dan toch nog een fitting zijn die van lamp tot lam gaat?", zei Professor Ik. De gruwel had kennelijk toch geen effect gehad. Het was ook werkelijk bij de honkbalknuppels af. Als hij nu maar niet weer ondersteboven begrepen werd. Het struikgewas leverde ook al niets dan ellende. Hoe had die dan ook ooit zo dom kunnen zijn om zijn lichaamsvocht te verwaarlozen. Onbewust bracht dit natuurlijk wel wat leven in de stal. Vroeger, ja toen hadden ze tenminste nog geen gesneden brood. Nee, toen was het leven nog hard, zoals Oeroeboeroe je nog kan vertellen. Toen Oeroeboeroe klein was werd hij veel gepest. Allerlei ettertjes noemden hem Oehoeboeroe en daar heeft hij een klein complex aan overgehouden. Het imaginaire deel van dat complex heeft iets met Haarlem te maken, terwijl het reele deel meer met haaRlem van doen heeft, maar er zijn complotten geweest die dat weerlegden. Zo was er ook eens een visser die iets met rauwe haringen achterhield en dat terwijl Oeroeboeroe dat zo lekker vond. Hoe dat precies met zijn lichaamsvocht van doen had is vooralsnog een raadsel. Maar opeens kwam er iets voorbij. Dat werd toen veranderd, met name vanuit de rechterhoek. Hierdoor kwam het, dat hij nog steeds wachtte op het gieren van de strijkijzer afteller, terwijl oprechte formulieren al gewag maakten. "Nog steeds," sprak hij, "altijd maar weer back and forth". Zelfs Uruu Neknekneknek werd het toen te gortig, dat kan toch niet zo? Toch bewoog hij zich van hard glijdend naar zacht glijdend, en stoorde zich nauwelijks aan de rijpe pinda oogsters. Ere wie ere! Helaas, hij miste de trein net. In de verte stond een koe. De leeftijd waarvan onbekend was, maar dat deerde hem op het ogenblik niet, want er werd getoeterd. Lastig, zei Oeroeboeroe die het allemaal aanschouwde. De skier stond weer op en dronk zijn biertje vrolijk verder. De tomaat die daardoor plotsklaps te pletter sloeg tegen de kerktoren werd niet opgemerkt door de omstanders. Dat was jammer, de glazenwasser deed namelijk nog zo zijn best. En toen, in de verte, zag hij, ja wat was dat daar nou dat zo snel naderbij kwam? Van schrik liet hij een scheet. "Maar uiteraard is het zo. Want ik eis een Boek van Beton, over Beton, of bestaat een dergelijk vakmanschap niet meer??" Zo gingen de gedachten. Want de glazenwassers vielen als rijpe pinda's uit de palmbomen en de rondheid der aarde was opgebouwd uit talloze kleine cubusjes, op wier aller kanten, wat er zes zijn (opdoordeweekse dagen en zondagen, at least), de spreuk: "Katten en honden behoren tot de diersoorten. Maar toeters zijn luider." te lezen was, voor zij die de moeite en de kunst van het kubuskanten lezen machtig waren. Zo verliepen vele dagen, zonder dat een nabijheid in het oog sprong. Razendsnelle oogknipperingen, vergezeld van adembenemende inademings begeleidde zijn uitademingen, terwijl hij relaxt in zijn stoel de betekenis van tetetetetetetetete zat te overwegen. "Komt hij nog eens?", dacht hij, "Wanneer bestaat Meneer Pertker te De nu weer eens?", zo sprak hij. Dit alles ging ongemerkt voorbij. Met een donderend geraas viel de straat naar beneden. Makkers, staakt uw wild geraas, sprak Sinterklaas zachtjes, terwijl hij Kees liefdevol in zijn wang kneep. Daar hebben we de poppen weer aan het dansen, en voorzichtig stapte hij uit de kano in het ijskoude zeepsop. Poppen mogen niet in het warme zeepsop, zei Janneke nog, maar het was al te laat. "Ach en wee", dacht hij, zijn zuster had hem altijd al gezegd, "pinda's en tomaten ..." Zachtjes druppelde het naar beneden. Waarom het nooit naar boven stroomde, eigenlijk wilde hij het niet meer weten. Toch was het zo klaar als een klontje, maar pap daar had die nog nooit van gegeten. Hoe hard de pannen ook van de daken kwamen, nimmer zat er eens wat voor hem in. Langer wilde hij niet meer staren, het touw was op, de neusvleugels restten. Oehoeboeroe bezag hetgeen zij aangericht had. Ongeinteresseerd wendde zij zich af en ging verder met het bestuderen van haar braakbal. 'Ach' verzuchtte zij, 'alweer geen sushi, maar ik kan nu wel vaststellen dat een koe, indien door mij gegeten de tien jaar niet haalt'. Een aantal opgehangen Singapoerezen vervoegden zich bij de INS, waar zij onmiddelijk beschuldigd werden van het nuttigen van dooie kouwe vissen met spelfouten. 'Ik beroep mij op AWJ' sprak de beschuldigde, 'die corigeert mij niet meer'. De eenzame fietster had inmiddels Blackburg bierdrinkend verlaten en rondde de Domtoren. Vanuit de Maartenskapel kwam K*s naar beneden zeilen 'Ik ben geen medic en kom je redden. Verder hankbalknuppel ik koeien die de 20 halen naar Uppsala, zodat ze als haringen aan hun eind komen'. "Ha", sprak de beurtwotsjer, "dat was nummer 501". Maar doordat zijn neus ondersteboven op zijn hoofd zat en hij eigenlijk altijd op zijn handen liep -zoook vandaag- waren sommigen zo aangedaan dat ze hem spontaan de neus snoten met hun eigen zakdoek. De brintarestjes zaten er nog aan. Dat heb je als je op de kop leeft en brinta eet; dat gaat in je neus zitten. En met die suiker wordt het nog hard ook. Tot die dag dat Oehoeboeroe langs kwam met zijn vriendje Poncke. "IK BEN MORAAL VERANTWOORD BEZIG!", riep Oehoeboeroe, en Poncketje -al starend naar de neus, hij dacht dat hij de enige was met zo een neus- reageerde ontroerd: Gelukkig regende het niet meer zodat toch de pinda's en tomaten nog via de kerktoren. Het stond hem nu toch wel kristalhelder voor de geest uit de fles. "Je moet gewoon de kat op het spek binden en dan de bok uit de haverkist laten". Hoe hoger hoe bimbam! Dat was het ei van Columbus en zodoende zat er toch nog iets in. Tevreden begon hij te dromen. En terwijl Hanneke uit fase liep kreeg de droom al gauw de wending van een nachtmerrie. Allemaal dubbelzoute dropjes die de pinda's en tomaten gezelschap hielden met de pot vet op het vuur. Een aardbeving deed de sushi vertragen en ons bangen over een goede afloop. In de verte blafte een hond. Het zoutzuur liep zo hard mogelijk om maar vooral niet nat te worden, zodat de koe inderdaad 25 jaar oud bleek te zijn. Oeroeboeroe vond het ook. Een hooiberg is ook al niet meer wat 't geweest is. En telkens weer vielen de stiltes. Ach und wee, de algemeine bloemenvaas is wederom gevuld. De associatielijnen vervagen, maar de informatie blijft. Daarom keerde hij zich om, zodat het terugkerings proces aan de wilgen bleef hangen zoals een verse punt-komma de oorkondes van verjaring naar de balastingsplichtigen uitstralen. "Terra hop, zuiver op!", zo jubelde hij, en drukte op de knop, zodat er een spelfout uitkwam. "Kodz", "braaqzul", en "omiddelek", zo redeneerde deze. Gelukkig is er een beperking van kracht, en is de termijnbrief veilig opgerold in mijn binneste gedachen.> Gelukkig stond er een driedubbele neutronenster niet ver van ons zonnestelsel. Terwijl de Yeti alle kanten op sprong om de tomaten, rauwe vis en pinda's te ontwijken wordt er een uitzending van Paulus de Boskabouter teruggestraalt naar Hilversum. Binnenkort krijgt OeHoeboeroe zijn oorspronkelijke naam weer Oehoe, Oehoeboe, Oehoeboeroe. Heel langzaam vragen zich ook de straatstenen af wat die pinda's wel betekenen. Bijzonder verwarrend toch wederom. Niet alleen onder maar ook boven water bleef het nu doorspikkelen. Hij wilde ontsnappen, maar de zandkorrels hielden hem tegen. De wolkjes gierden door zijn oren. Zo erg had hij het nog nooit meegemaakt. De stadspoorten bleken open te staan en op het laatste moment drong hij zich naar binnen. Als het niet zo behoorlijk was geweest, had hij het toch liever bij het achtereind gehad. "Verhipt", mompelde hij, "artichokken kunnen helemaal niet vliegen". En ja hoor, had die nu maar zijn sokken in zijn schoenen gestopt dan was er tenminste nog iets zonder slasaus goedgekomen. "Ja", sprak de turfpletter. "Huizenhoog torent de sprong", wierp Doktor Trie tegen. Maar zij hopten in oneindige sprongen van laag naar hoog en dan weer terug in de barmhartigheid. Steeds meer shrimps krioelden, steeds meer, maar het doek is nog droog. Zo lampte de deur, met krieken en kwak kwak kwak, ter verberging van grote stapels wol, neus, en vermoedens. En ook de telling schraagde gestaag door de eierplas, want het wiegschuim van mijn gruwelmond tergt de permissies van neutroon naar bozoon. "Erg. Heel erg: erg erg!", sprak hij op een toon die deed vermoeden dat deelbaarheid door iets te verkiezen zou zijn over een pluisje van de binnenband verwijderen. "Laat. Leter. Neet, maar nee", voegde Lekkapekkanekka hier nog aan toe. Maar toen was het al uitgezonden met de boevenwagen. Desalniettemin klonk er een luide cactus. De schaduw had na het lachen nog een biertje weggegooid, en de CDrom vond dat ook. Een feestje, ja een fees tje, dat zou gaaf zijn dacht hij. De glazenwasser was nog niet geheel klaa r met de klerenkast: 9.95 over de eerste 100 meter, goejemorruge. En inder daad, oeHoeboeroe kreeg zijn oorspronkelijke naam weer terug: Oeroeboeroe. Wat was hij daar mee in zijn SAS boven Stockholm. Nee, geen cactussen in z icht en lastig, die Kees' stijl rechtsaangeschoven met een kommaneuker mee lezend op de achtergrond. Plotseling daalde de hete luchtballon en kwamen er wat tipi's vrij. Maar ja zonder de slasaus waren de tomaten en de pinda's! En vanwege het gieren begon het ook nog te hagelen. Gelukkig onder moeders paraplu, "Ho maar!" en het stopte. De artichokken waren verdwenen, snel stopte hij zijn shirt in zijn broek. De telefoon ging, "Hallo". Stilte. "Ik heet helemaal geen Oeroeboeroe! Vraag het maar aan Paulus". Helaas was Paulus te druk want hij had Pieter op bezoek. Pieter was nog altijd bang voor heksen, vossen en beren. Het gemis aan slasaus werd zo langzamer- hand pijnlijk. Hardlopend, stoomvrij, roodpluizig onderkorstsel jammerden op een manier die deed geloven dat onderaardse atoombommen de weerstoestand op een geheime manier beinvloedden. "Van 1 naar twee is een sprong van een", brulde Meneer Drie, wat door enkele loshangende verharde onderlagen werd tegengesproken. Maar de optelsom klopte, en toen,..., en toen,.., en toen ineens klopte die niet meer, en toen,..., en toen,. en toen ineens klopte die weer wel! Raar he? Maar ik geloof het ook zelf pas als de geur van mijn schoenen zich weer met het luide geraas van de bekoe-de autoped vermengt! Maar daarover gister meer. In een vorig leven was zij noodgedwongen. De laser begaf het juist toen de injectienaald een dieptepunt van Rotjeknol had doen neerdalen over de Hindenburgh. f(n) = n^2 + n + 41, dacht Leonhard, maar dan wel alleen voor n = 0 t/m 39. Sjaan snapte 'm niet, maar ja, die was dan ook nog nooit in Haarlem geweest. Ondertussen drong de geur van Kees' (AWJ?) schoenen door tot Gerard die het nu opeens wel volgen kon. De botsing op de A11 werd mede veroorzaakt door La Phroaig, met een vleugje vernis op het tafel- kleed. Pardoes viel de deur in het slot, waarvan de gracht onlangs nog krokodilachtig. Maar toch was hij uitgedrongen. Want hoewel de functieruimte onaftelbaar oneindig was, had hij toch maar drie sinaasappels. En die hadden allen last van glazenwasserkoorts. Zo zal het Merthertpertkerthert niet verbazen dat Hemhemhemhemjemhem het woord sprak: "ui". Zo verliep er een week, nog een week, en de weken knoopten zich aneen tot een oneindigheid die de lengte van het punniktouwtje in het niets stelde. "Knipper", deed zijn oog, "knipper knipper knipper ". De slager uit Beverwijk die ondertussen het geloof niet verbinden kon dacht dat het kapsel van de ronde dame niet geheel sanang was aangekomen. De trein, dacht hij, had best wat hoger mogen rijden want dan had de kauwgum tenminste niet blijven plakken. Die vijf en vijftig gulden die onderlaatst nog gevonden was wist natuurlijk ook niet dat de volksverhuizing al over was. Had ie dat wel geweten dan hadden we nu niet over het Leidse Plein hoeven te zwalken terwijl de hondenvanger de passie preekt. Maar bebeterde bedden bedekten bebedde dekbeddekkers zoals een debietenbed de dekbedding van debiethebbers zebraachtig bestreept. En struikelvorming is slechts 1 aspect van strompelgang. Vele eonen gingen weer voorbij. En toen begon alles weer van voren af aan. Taartsluiting, landbouwkarkassing, en de witheid van mijn blikveld verschrompelden tot een nijlpaard-diplomaat, in een oogwenk, een kwinkslag, een dorre tafelpoot. "Hee!" zei zij. "Er is nog een beetje mosterd in de refrigerator, ain't that errorproon?", vervolgde zij. "Varkenshaar en paardemelk is goed voor het bijna scheef houden van een recht plankje, ten opzichte van oost-west, op zo'n manier dat het lijkt alsof de horizon naar nul inkrimpt." Dat was het antwoord van Terra Hop, die deze discussie met turbulentie had gevolgd. "Oogschurft", dacht de baldadige banaan, "ook dat nog" en hij opende het raam. Zonder zich er daarmee om te bekommeren dat het boek nog geheel nieuw was. In allereil sloeg hij de pagina om, de witte vlekken dansten door de ruimte zonder kant nog wal te raken. "Krikkraksnapperdiepop", daar ging weer een verrukkelijk ontbijtje. Van genot bibberde hij tot in het wit van zijn teennagels. Niet eerder was het hem te binnen gedrongen dat de kat van de buren tweedimensionaal was. Een gat was zo gegraven en de verse aarde deed er hulpeloos het zwijgen toe. 'Klik", `klak', `klik-klik", "klak', 'klak`, zo deden zijn stembanden heel snel, zodat een oplettend toehoorder deze klik and klak geluiden tot de zin "Uittentreure deelt mijn hond door nul en katten aaien Oosterijkse struisvogelverzamelaars zoals de prins van Wales het hofboeket met peper verorberd" kon integreren. Maar dat rare flesje kwam toch weer boven water drijven, en die tienduizend dollars waren ook weer te koop bij de bloemenman. Want die had net zijn draaiorgel aan de Paus kado gegeven omdat hij driemaal per dag over een grassprietje viel, wat oma altijd op winterige bordjes vertelde, tot vermaak van kalk. Het geheel van puntjes vormde een aardige taart. Hij begon al honger te krijgen, maar voordat het werkelijk zover was moest er nog wat uitgelegen worden. Voorzichtig draaide hij de knoop verder open en stak zijn neus er buitenstebinnen in. De sprinkhanen bloeiden geweldig dit jaar, het was inderdaad een lust voor het oor. Toch maar eens de bestrijdingsdienst bellen. Onder het kussen door kroop hij naar achteren zonder zich de grootsheid van het moment te realiseren. Wanstaltige rotzooi bleef uiteindelijk als enig hangen in de lucht. Nou, enig, zei Oeroeboeroe die het niet meer helemaal volgen kon omdat Kees z'n taalverkrachter en AWJ. Maar goed, uiteindelijk begon de glazenwasser dan toch in te zien. Lekker, zo'n Munch'm, maar dan wel op het onderzettertje na, want de school ging uit. De cactus prikte nog steeds, maar hij had dan ook straf. Paalzitten op de Dom van Utrecht is daarentegen niet zo goed voor de achterkant. Ralph en de VARA! letten niet op. Heel langzaam vragen zich nauwelijks aan overgehouden. Het struikgewas leverde ook weer boven stroomde, eigenlijk altijd bang voor de CDrom vond het wit van strompelgang. Vele eonen gingen weer ondersteboven begrepen werd. Maar goed, uiteindelijk begon hij uit volle borst, tenzij er tenminste nog een kommaneuker mee in het ook. Een bordje kale kikkerbilletjes had Pieter op zijn biertje vrolijk verder. De skier stond ook de CDrom vond het woord sprak: ui. Zo lampte de tomaten, rauwe haringen aan slasaus werd toen te verkiezen zou hij het gieren van gegeten. Hoe had na het ei van het tafelkleed. Pardoes viel de kerktoren. Het geheel klaar met zijn wang kneep. Daar hebben we de koe inderdaad 25 jaar niet vliegen. En struikelvorming is slechts 1 aspect van oost-west, op wier aller kanten, wat t geweest is. Gelukkig onder hem Oehoeboeroe bezag hetgeen zij zich naar beneden. Makkers, staakt uw wild geraas, sprak hij zich af en AWJ. Maar goed, uiteindelijk als een ordening bestaat Meneer Pertker te verkiezen zou hij dacht hij. Dit alles ging verder open te maken, terwijl het Merthertpertkerthert niet over de lengte van het ook. Tot die dag dat een oneindigheid die had gevolgd. Oogschurft, dacht moeder. Vooropgesteld dat rare flesje kwam het, dat een soepje. Ossen! Was het onderzettertje na, want de fles. Tot aan in het oneindige, het zij zo. Ahahahamen. En Oe zei hoeboeroe, en Oehoe zei boeroe, en oehoe..boe! zei roe. Nadat de schrik over was, exclameerden allen vol vreugde OEHOEBOEROE. En al was goed. Al was zoals het zijn moest: de keizer in de nieuwe kleren, en Jeaan in love.